Arme zeeschildpad, met zijn enorme pik van soms wel dertig centimeter lang. Arm, arm gruwelijk groot geschapen dier. Arme, lieve zeeschildpad, met zijn majestueuze lul die tevens een belangrijk ingrediënt is (of eigenlijk: was) voor mamajuana, de nationale drank van de Dominicaanse Republiek. Het zou een lustopwekkend middeltje zijn, dat daarom ook wel de Dominicaanse Viagra wordt genoemd.Het goede nieuws voor zeeschildpadden – en iedereen met een hart voor zeeschildpadpenissen – is dat hun edele delen tegenwoordig relatief veilig zijn. De afgelopen tien jaar zijn er namelijk strenge wetten doorgevoerd die de jacht op schildpadden verbiedt. En wie had dat gedacht: mamajuana schijnt ook zonder schildpadpiemels prima te werken.
Advertentie
Ik ben benieuwd.
Daylonis Rodriguez weet alles over mamajuana. Hij is een expert. We zitten in een bar in Puerta Plata, aan de noordkust van de Dominicaanse Republiek. Ik bereid me voor op een knoeperd van een stijve terwijl Rodriguez met een grijns twee glaasjes vloeibare Viagra inschenkt, maar ik heb te vroeg gejuicht. “Er zit een kern van waarheid in: het is erg goed voor de bloeddruk. En de penis heeft natuurlijk veel bloed nodig. Daar komt die bijnaam vandaan. Maar het is daar niet oorspronkelijk voor bedoeld.”
Het blijkt dat de gezondheidsvoordelen veel groter en gevarieerder zijn. Er wordt gezegd dat een glas mamajuana per dag ervoor zorgt dat je vitaler en energieker wordt. Het is goed voor de bloedsomloop, helpt tegen opstoppingen en verkoudheid en ontgiftend werkt voor je nieren en lever. Het zit ook nog eens vol antioxidanten. Het gezegde luidt hier: “Waar je ook mee zit, mamajuana lost het op.”“Vraag eens aan een Dominicaan hoe oud-ie is. Je staat versteld. Ze zijn veel ouder dan ze eruitzien,” zegt Rodriguez. “Mamajuana houdt je gezond. Als een vriend van me ziek is, drinkt-ie een paar glazen. Dan voelt-ie zich meteen beter.”
Mamajuana werd voor het eerst gemaakt door het Taíno-volk, de inheemse bewoners van Hispaniola, het eiland wat nu half Haïti, half Dominicaanse Republiek is. Het werd oorspronkelijk gemaakt door thee te zetten van kruiden en boomschors met een medicinale werking. Het was alleen nogal goor.
Advertentie
“Net als de meeste medicijnen, smaakte het niet lekker,” vertelt Rodriguez. De oplossing daarvoor kwam in de vorm van een schip, en wel het schip van Columbus dat in 1492 bij het eiland aankwam. “Toen begonnen ze wijn en rum toe te voegen, en veranderde mamajuana van een puur medicinaal drankje in wat we nu kennen.”
Mamajuana is te koop in de winkel, maar de meeste Dominicanen maken het lekker zelf. Iedereen heeft een eigen recept. Het recept van Rodriguez is als volgt: je neemt een lege fles en stopt er de volgende planten in: prinsessenwijnstok, zoethout, kaneel, kruidnagel, pimenta racemosa, chiococca, vleugeltjesbloem, kamille, sheesham en agave. Vul vervolgens de fles met rode wijn, en laat alles twee weken staan. Daarna kun je de drank decanteren en mengen met meer rode wijn en rum, ongeveer drie delen wijn op een deel rum, met nog een paar lepels honing, nog wat kaneel en een vanillestokje. Laat de overgebleven kruiden en het boomschors in de fles zitten, want daar kun je nog meer mamajuana mee maken. Dominicanen hebben vaak flessen met de ingrediënten die al vijftien of twintig jaar meegaan, en waar ze honderden liters mamajuana mee hebben gemaakt.
Omdat bijna iedereen z’n eigen recept heeft, smaakt elke fles mamajuana weer anders. In de horeca schenken ze vaak een variant met meer alcohol als digestif, terwijl mensen thuis hem milder drinken. “Mensen personaliseren het graag,” zegt Rodriguez. “Je kiest zelf de wijn en de rum die je gebruikt.”
Advertentie