FYI.

This story is over 5 years old.

Eten

Mensen die hun whisky puur drinken doen het fout, zegt de wetenschap

Bedankt hè, wetenschap.
Foto via Flickr-brugeren Jeff Drongowski.

We kennen allemaal wel zo'n whiskysnob die erop aandringt dat je het amberkleurige levenswater aanlengt met een paar druppels gedistilleerd water, om zo de smaak van je whisky wat te verbeteren. Maar, zoals meestal het geval is wanneer het op alcoholisch snobisme aankomt, weet niemand echt waarom het verdunnen van whisky de drinkervaring verbetert – tot nu toe dan.

Natuurlijk bestaat er, naast de alchemie die het hele brouwproces met zich meebrengt, ook een wetenschappelijke, chemische verklaring voor die typische whiskysmaak. Of het nu om een Schotse of eentje uit Japan gaat – en die verklaring is te vinden in een molecuul dat 'guaiacol' heet.

Advertentie

Volgens een recente publicatie in Scientific Reports is een beter inzicht in de interactie tussen guaiacol en water de sleutel die kan leiden tot optimalisatie van de ratio water-whisky. Door gebruik te maken van computersimulaties konden auteurs Björn C.G. Karlsson en Ran Friedman meten hoe guaiacol reageert op verschillende hoeveelheden water.

Het blijkt dat bij alcoholpercentages onder de 46 procent de guaiacolmoleculen in whisky naar de oppervlakte stijgen, waardoor de geur en smaak beter wordt. Bij een alcoholpercentage van 59 procent verspreidt de guaiacol zich door het glas heen, weg van de oppervlakte, en komt het in mindere mate aan bij neus en mond van drinker.

Distilleerderijen wisten dit al, tot op zekere hoogte; whisky wordt meestal tot zo'n 70 procent gedistilleerd, en vervolgens verdund met water tot ongeveer 40 procent. Vervolgens verdunt de consument het verder met ijs, water, frisdrank of wat dan ook.

Maar deze verhoudingen dienen niet alleen als gespreksvoer voor de volgende keer dat je wijsneuzerig gaat doen over whisky – het heeft ook praktische gevolgen voor de productie van gedistilleerde dranken.

"Dit wijst uit dat het aanlengen de smaak van de guaiacol in de whisky verrijkt, al voordat het gebotteld wordt," stellen de auteurs vast. "Onze bevindingen zijn mogelijk ook van toepassing op andere smaakversterkende amfipatische moleculen, en kunnen een bijdrage leveren aan de optimalisatie van het brouwproces, om zo gewenste smaken te bewerkstelligen."

Dus proost de volgende keer dat je iets drinkt op Björn C.G. Karlsson en Ran Friedman, wiens computermodellen ons de magie van whisky beter hielpen leren begrijpen. Of misschien nog wel beter; voeg wat water toe aan je whisky – maar alleen als je een alcoholpercentage boven de 45% hebt. Toegegeven, wetenschap is soms best vet.