Een geschiedkundige verklaring voor onze liefde voor prakken

FYI.

This story is over 5 years old.

Eten

Een geschiedkundige verklaring voor onze liefde voor prakken

Prakken is niet alleen een kwestie van fijnproeverij, maar heeft zelfs medische voordelen.

Ik denk dat mijn jeugd redelijk doorsnee was wat de Nederlandse keuken betreft: eten wat de pot schaft en vaak bestond die pot uit het gouden trio aardappels, groente en vlees.

Maar waar de meeste jonge kinderen op een gegeven moment vrede sluiten met de losse bestandsdelen op hun bord, heb ik – geen geintje – de Hollandse pot geprakt tot ik op mijn achttiende het huis uitging. Nee, ik lieg, het is zelfs nog erger dan dat: het prakken deed ik niet zelf. Onder afkeurend oog van mijn moeder schoof ik mijn bordje door naar mijn vader, mijn stille vennoot in het prakcomplot. Hij wist namelijk veel beter de aardappels en groente tot een gladde massa te mengen, waardoor de individuele smaken van aardappel en groente gemaskeerd werden. En mijn ouweheer? Die was al lang blij dat ik mijn dagelijkse portie groente weer at.

Advertentie

Goed, tot zover de gênante bekentenissen uit mijn jeugd.

Terug naar het prakken: het is volgens mij een enorm bekend fenomeen, maar toch is er weinig over geschreven. Slechts enkelen wijden er woorden aan. Zo schreef Ronald Giphart ooit: "Prakken is de Nederlandse bijdrage aan de wereldgastronomie. Wij zijn het volk van prakkers en stampers." En ook Najib Amhali beschrijft op een weinig appetijtelijke manier het fenomeen prakken in zijn filmpje Prakken, Prakken, Prakken. Hierin beeldt hij een Noord-Hollander uit die het prakken tot kunst heeft verheven en zich een klein deltaplan in de rondte prakt – inclusief het bekende kuiltje voor de jus.

Waarom prakken wij ons eten eigenlijk? En is het Nederlandse volk in deze handeling ronduit onbeschoft of smaaktechnisch juist een voorloper? Ik dook de wondere wereld van het geschreven woord in en sprak wat Nederlandse eetexperts om de geschiedenis én de toekomst van het prakken te ontrafelen. Waar ik mij voorheen schaamde om mijn prakverleden leerde ik dat prakken eigenlijk heel normaal en zelfs een kwestie van fijnproeverij is!

prakken-1IMG_8105

Alle foto's door Rebecca Camphens

Het fenomeen prakken duikt voor het eerst op in 1871 in het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT): "Het eten fijn maken en dooreenmengen", bijvoorbeeld in de zin: "Hij prakt alles door malkander, maakt prakmoes."

Toch is volgens eetexpert Jacques Meerman, auteur van Kleine geschiedenis van de Nederlandse keuken, niet exact na te gaan wanneer men voor het eerst prakte. Wel kunnen we sporen van het prakken (of niet-prakken) terugvinden in de geschiedenis. Meerman noemt het beroemde schilderij De Aardappeleters van Van Gogh uit 1885. De figuren op het schilderij hebben de punten van de vork naar beneden en zijn dus aan het prikken en niet aan het prakken. Aha, een hint! Volgens Meerman kan hieruit herleid worden dat er destijds niet standaard geprakt werd, anders had Van Gogh dat wel laten zien. Zijn bedoeling was immers het echte leven van een boerenfamilie weer te geven.

Advertentie
prakken2

Naar verluid was de Portugese journalist Ortigão de eerste die het woord 'prakken' opschreef in een van zijn reisverslagen van toen hij in Nederland was, maar Meerman is het daar niet mee eens. Ortigão schrijft volgens hem namelijk dat een restaurant in Amsterdam een dagelijkse pot serveerde, bestaande uit aardappels, vlees en groente, en dat men deze drie ingrediënten mengde en niet prakte. Helaas, Ortigão, daar gaat je roem.

"Als er een bijzondere manier van mengen was geweest had hij dat wel opgeschreven", aldus Meerman. "Overigens schrijft hij wel dat er tamelijk onbeschoft gegeten werd, maar dat hangt niet samen met de manier van mengen."

Volgens Meerman ligt prakken hoofdzakelijk in het verlengde van stampen en daarover is meer bekend. In beide gevallen gaat het om het mengen van aardappels, groente en soms jus. Maar waar het prakken op het bord van de eter zelf gebeurt, wordt stamppot al gestampt opgediend. "Het eerste stamppotrecept stamt uit 1850 en is van chefkok Johan Pieter Gros. Gros was de eerste die stampte en wel met hutspot." Volgens Meerman is dit te linken aan de opkomende huishoudscholenbeweging in die tijd, waar vrouwen leerden om makkelijke doch voedzame maaltijden te maken - en wat is er makkelijker dan een maaltijd waarbij je alle ingrediënten alleen hoeft te stampen.

prakken-4IMG_8096

Jozien Jobse-Van Puttens boek Eenvoudig maar voedzaam, een cultuurgeschiedenis van de dagelijkse maaltijd in Nederland (1995) beweert hetzelfde: "Omdat het koken van een stamppot minder tijd en moeite vergt dan de bereiding van een maaltijd die uit de aparte [onderdelen] aardappelen, groente en vlees met jus bestaat, verschenen stamppotten met name op tafel op de wasdag of andere drukke doordeweekse dagen (maar nooit op zondag)." Waarom er op zondag per definitie geen geprakt voedsel op tafel verschijnt legt de auteur niet uit.

Advertentie

Behalve dat prakken een uitkomst biedt op drukke dagen, blijken er ook andere voordelen aan te zitten. Door groente te prakken worden de carotenoïden beter opgenomen in het lichaam, schrijft onderzoekster Karin van het Hof in haar proefschrift. Deze stofjes zitten in groenten als wortels, spinazie en bloemkool. Als de cellen van deze groenten kapot worden gemaakt, bijvoorbeeld door te prakken of te stampen, dan kunnen onze darmen deze stoffen beter opnemen. Prakken is dus ook nog eens hartstikke medisch verantwoord.

IMG_7918

Zou de de huidige gezondheidstrend van smoothies en sapjes dan ook voortkomen uit onze Hollandse praktraditie? Meerman ziet dat niet zo. "Er bestaat een grandioos verschil tussen prakken en blenden. Maar je kan zeggen dat beide [manieren] praktisch zijn en ervoor zorgt dat bepaalde smaken gemaskeerd worden door er een mengsel van te maken."

Smaak is volgens Meerman de belangrijkste reden waarom mensen prakken. Zelf vindt hij het prakken ondergewaardeerd en is hij een groot voorstander van het fenomeen. "Het is een kwestie van smaak. Wanneer je aardappels, groente en jus los van elkaar eet, geeft dat een heel ander mondgevoel dan in de geprakte vorm. Het lijkt ordinair, maar het is wel degelijk een kwestie van fijnproeverij."

Zoals ieder etnologisch onderzoek niet zonder diepgravend veldonderzoek kan, diepte ik enkele veelzeggende quotes op uit een vooraanstaand forum op Partyflock. De ene reaguurder wijdt het prakken aan een soort AVG-erecode: "Het is een ongeschreven wet, dat men moet prakken wat te prakken valt." De ander heeft een wat praktischere (maar ietwat vreemde) overweging: "Het is dan ook prettiger om met één stuk bestek te eten, zodat de andere hand vrij is voor overige handelingen." De laatste heeft een vrij rationele verklaring: "Ik ga toch niet alles apart zitten te eten; in je maag zit ook alles door elkaar."

Nederlanders prakken dus al decennialang en het lijkt er niet op dat dat in de toekomst zal veranderen. Designstudent Cas Driessen ontwerpt momenteel zelfs bestek dat speciaal is afgestemd op de Nederlandse keuken. Een van zijn toekomstige ontwerpen is een heuse 'prakvork', met verschillende opzetstukjes waardoor verschillende levels van gepraktheid gerealiseerd kunnen worden. Laten we hopen dat die er gauw komt, zodat dit ondergewaardeerde verschijnsel in Neerlands' keuken moge groeien en bloeien tot in de lengte der dagen.