FYI.

This story is over 5 years old.

Eten

De fusionkeuken is nog altijd geen nieuwe culinaire stroming

Toen ik als kind in Los Angeles woonde, zag ik op een doorsnee zondagmiddag naar elkaar glurende barbecueënde Mexicaanse en Koreaanse families, waarna al snel de kimchi, carne asada, bulgogi en salsa werden uitgewisseld. 'Fusion' koken is al stokoud.
Photo via Flickr user varintsai

Toen ik als kind in de jaren zeventig de term 'fusion' hoorde betekende dat slechte jazzmuziek. In de jaren tachtig betekende 'fusion' vies eten. Het was toen der tijd bijna een scheldwoord: een mengelmoes van verschillende ingrediënten die niets met elkaar te maken hadden en verschrikkelijk samenkwamen in je mond.

Als jong meisje werkte ik in Los Angeles in mijn ouders' Mexicaanse minimart. Koreaanse taco's was geen nieuwe culinaire uitvinding. Het was gewoon een snelle hap die je naar binnen werkte voordat je naar je werk ging.

Advertentie

Als Koreaanse Amerikaan word ik bijna agressief als iemand begint over Aziatische fusion. Aziatische fusion is waarschijnlijk uitgevonden door een wanhopige gozer die uit noodzaak zijn knakworstjes in een bak met instant noedels gooide of cheddar over de rijst smolt. Deze rotzooi wordt nu tot mijn grote verdriet officieel erkend als culinaire stroming. Zelfs toen ik als culinair journalist in de jaren negentig over Koreaans eten schreef, bleef ik trouw aan de traditionele Koreaanse keuken en verafschuwde ik iedere aanpassing die ook maar iets afweek van de ouderwetse bereidingswijze. Ik heb er al moeite mee om niet-Koreanen kimchi of Koreaanse bloedworst voor te schotelen, dus als ze mijn Koreaanse ingrediënten tussen een hamburger stoppen, ben ik er al helemaal klaar mee.

Om die reden was ik sceptisch toen Roy Choi en Kogi de Koreaanse fusioncuisine tot een wereldwijde hit maakten. Ik kon niet simpelweg toekijken hoe mijn tradities werden verwoest. Iedereen wilde mijn mening horen over deze nieuwe hype. Dit was niet alleen omdat ik jarenlang over Koreaans eten heb geschreven, maar ook omdat ik een Mexicaans kookboek had uitgebracht. Wanneer iemand iets wilde weten over Koreaanse taco's werd ik gebeld. The New York Times, The Washington Post en één of andere journalist uit een dorpje in Indiana: ze wilden allemaal weten wat ik er van vond.

Het kan heel goed dat je me in die tijd op radioshows hebt horen praten over Koreaanse taco's. Iedereen deed alsof het een gloednieuwe uitvinding was, maar ik en mijn familie aten al galbi met pico de gallo-salsa voordat het verkocht werd op de Mexicaanse markt.

Advertentie

Natuurlijk kan zo'n mix van keukenculturen alleen maar voorkomen in Los Angeles, waar er in Griffith Park op een doorsnee zondagmiddag wordt gebarbecued door naar elkaar glurende Mexicaanse en Koreaanse families, waarna al snel de kimchi, carne asada, bulgogi en salsa worden uitgewisseld. Dit was al voordat 'Koreaanse barbecue' of 'came asada' je standaard instagram-hashtags werden. Een Koreaanse asada beschouwden wij niet als nieuwe smaaksensatie. We vonden het gewoon heel erg lekker.

Jonge Koreaans-Amerikaanse chefs gaan er nu met de buit vandoor door het 'fusion' label op ieder gerecht te plakken. Maar grenzen verleggen met ingrediënten uit verschillende werelddelen begon al heel lang geleden in keukens van grote immigrantensteden als Los Angeles, New York, Chicago en San Francisco.

Eeuwen geleden experimenteerden immigranten al met noedels in hun curry, Mexicaanse chilipepers of Chinese rijst. Vaak was het puur overleven, wat af en toe toevallig lekker smaakte. Dit was culinaire magie die per ongeluk tot stand kwam. Een maaltijd delen was een manier om elkaars cultuur te begrijpen.

Mijn familierestaurant is ook een geval waarbij fusion 'per ongeluk' tot stand is gekomen. Nadat we van Seoul naar Los Angeles verhuisden, kochten mijn ouders een pizzatent in Inglewood en namen een Mexicaanse kok aan. Dus, nog één keer: een Koreaanse familie had een Italiaans pizzarestaurant in een oorspronkelijk zwarte wijk met een Mexicaanse chef-kok. Het was een typische LA setting: Koreanen en Mexicanen die hand-in-hand samen werken en camitas en kimchi aten. Dit was in de jaren tachtig. Wij maakten onze eigen pizza's – XL extravaganza's met torens van worstjes, champignons en de beste kimchi die we in huis hadden. Mijn vaders pizza was helemaal bedekt met zilveren ansjovissen die hij voorzichtig uit de – uit Korea geïmporteerde – blikjes haalde.

Wij aten fusion voordat het hip was en voordat het woord 'gourmet'-pizza bestond. Wij waren geen trendsetters. We waren ook niet hip of cool. We zijn Koreanen en we kunnen ons simpelweg geen maaltijd voorstellen zonder kimchi.