minderjarig trans personen développement identitaire
Illustratie: Bambi
Identiteit

Minderjarige trans jongeren vertellen hoe het is om jong en trans te zijn

Sam (14), Robin (16) en Coe (16) vinden dat er op scholen meer aandacht voor genderidentiteit moet komen. “Het is belangrijk dat de boodschap wordt uitgedragen dat het normaal en oké is om trans te zijn.”
Tilke Wouters
Ghent, BE

Begin 2021 stonden er al 769 mensen op de wachtlijst bij het Centrum voor seksuologie en gender bij het Universitair Ziekenhuis van Gent. Als je je hebt aangemeld, duurt het zestien maanden voordat je aan de beurt bent voor je eerste afspraak. Een derde op deze lijst is minderjarig.

“Deze wachtlijst is problematisch,” zegt Judith Van Schuylenbergh, wetenschappelijk medewerker bij het Transgender Infopunt (TIP). Minderjarigen worden bij het genderteam vooral begeleid door kinderpsychologen en -endocrinologen, maar volgens Van Schuylenbergh zijn er niet veel van hen gespecialiseerd in de genderthematiek. “Puberteitsremmers zijn bijvoorbeeld alleen maar te verkrijgen via het genderteam van het UZ Gent en het ZNA kinderziekenhuis in Antwerpen. En die worden alleen terugbetaald bij het UZ Gent, binnen de conventie transgenderzorg. Zonder conventie betaal je hier bijna tweeduizend euro per jaar voor.”

Advertentie

Het TIP merkt de laatste tijd dat steeds meer leerkrachten contact opnemen met centra voor leerlingenbegeleiding, omdat ze manieren willen vinden om leerlingen te steunen bij hun coming-out. Dat geldt ook steeds meer voor ouders. Maar Van Schuylenbergh zegt dat dit soort informatie voor jongeren zelf ook toegankelijker moet worden, en ook structureel op school een rol moet spelen. “Gender wordt nog steeds niet besproken bij lerarenopleidingen, en leerlingen krijgen er ook amper iets over te horen,” zegt ze. “Seksuele opvoeding mag vrij ingevuld worden door scholen, en de genderidentiteit vormt daarbij vaak een uitzondering. En voorstellen om dit te veranderen worden altijd op de lange baan geschoven.”

Ook buiten het schoolleven is er wat haar betreft nog veel ruimte voor verandering. “Naamsverandering kan vanaf twaalf jaar, maar je geslacht op je identiteitskaart aanpassen kan pas vanaf zestien jaar. Dat vinden wij leeftijdsdiscriminatie. Voor medisch gerelateerde zaken is er nog steeds toestemming van beide ouders nodig. Dit kan problematisch zijn als de ouders hun kind niet steunen in het proces. Wij doen er alles aan om daar verandering in te brengen.”

Om te horen over hoe deze jongeren dit alles zelf beleven, en vroegen we drie trans jongeren naar hun proces.

Advertentie

Sam (14, zij/haar)

“Al sinds mijn elfde was het duidelijk dat ik ergens op het trans spectrum zat. Mijn mama heeft me toen al op de lijst bij het genderteam UZ Gent gezet. Ik heb anderhalf jaar moeten wachten voor mijn eerste gesprek en nog een half jaar voordat mijn traject echt begon.

Eerst identificeerde ik me als genderfluïde, maar afgelopen zomer voelde ik dat mijn lichaam aan het veranderen was. Ik merkte door die veranderingen dat ik de tegenovergestelde richting uit wilde gaan en ik een meisje ben. Ik vertrouwde dit toe aan mijn psycholoog, maar daar is het lang bij gebleven, omdat ik niet wist hoe ik het aan anderen moest vertellen. Ik wist dat iedereen goed zou reageren, maar voelde toch een drempel om het te vertellen.

Mijn ouders reageerden uiteindelijk heel positief en waren blij dat ik zo open kon zijn over wie ik ben. Dat zijn momenten waarop ik heel blij ben met mijn gezin. Zeker omdat ik veel verhalen hoor van andere jongeren die niet aanvaard worden door hun familie. Dat moet hard zijn.

“Ik ben in december op social media uit de kast gekomen. Plots zou mijn boodschap duizenden bereiken en dat was best heftig en stressvol.”

Ook de bredere familie heeft goed gereageerd. Ik was bang dat mijn vake slecht zou reageren, omdat hij wat ouder is. Maar toen ik het vertelde, gaf hij me een knuffel en maakte hij al een mopje dat hij mij en mijn zus niet meer uit elkaar zou kunnen houden.

Advertentie

Ik ben in december op social media uit de kast gekomen. Daarvoor waren er zo’n dertig mensen op de hoogte van mijn trans identiteit. Nu zou die boodschap plots duizenden bereiken en dat was best heftig en stressvol. Vooral omdat het minder persoonlijk is, waardoor mensen makkelijker gemeen kunnen zijn.

In de kerstvakantie heb ik mijn naam op mijn identiteitskaart veranderd, maar voor mijn geslachtsaanduiding moet ik nog twee jaar wachten – ook al heb ik toestemming van mijn ouders. Het is erg frustrerend om dat laatste stapje niet te kunnen zetten. Wanneer ik mijn paspoort of officiële documenten moet laten zien, word ik soms vreemd aangekeken omdat ze een M zien staan. Dat zorgt voor genderdysforie.

Na de kerstvakantie ben ik ook uit de kast gekomen op school. Ik stuurde een mail via smartschool naar alle leerkrachten en leerlingen, zodat iedereen op de hoogte was. De school reageerde goed en zorgde onmiddellijk voor de juiste veranderingen, zoals de aanpassing van mijn naam.

Toen ik uit de kast kwam, heeft mijn mama posters van de organisatie Çavaria opgestuurd naar mijn school. Daar heeft de school een aantal van opgehangen, vooral rond mijn klaslokaal. Maar omdat ze de hele tijd van de muur werden getrokken hebben ze er nu 500 besteld, zodat er genoeg blijven hangen.

Ik voel dat de school progressief wil zijn, maar er gaan nog regelmatig dingen mis. In het begin van het schooljaar, toen ik non-binair was, voelde ik me niet comfortabel bij het omkleden in de jongenskleedkamer, dus was ik me bij de meisjes gaan omkleden. Niemand had daar een probleem mee. Maar een paar lessen later zei mijn gymleraar dat dit tegen de schoolrichtlijnen was, en moest ik me in de toiletten of in de leraarskamer omkleden. Dat was lastig en eenzaam. Ik mocht me wel omkleden bij de jongens, omdat ik “biologisch gezien een jongen” was. Dat was een steek in mijn hart.

Advertentie

Toen ik als meisje uit de kast kwam, vond de school het plots heel oké dat ik de meisjes-wc en -kleedkamer gebruikte. Het was frustrerend dat al die voorafgaande discussies voor niets waren geweest.

Ik denk dat er al veel vroeger uitgebreide informatie over gender gegeven moet worden op scholen. Zodat jongeren weten wat dit is en ze het ook kunnen herkennen wanneer ze zelf met hun identiteit worstelen. Ik kan andere trans jongeren aanraden om het sowieso niet voor jezelf te houden – praat met mensen.”

Robin (16, hij/hem)

“Ik besefte al een aantal jaar dat er iets gaande was, maar het heeft een tijdje geduurd voor ik besefte dat het mijn genderidentiteit was. Vorig jaar realiseerde ik me dat ik een jongen ben. Via mijn online vrienden leerde ik over genderdysforie, en dacht ik: dat is hoe ik me voel. Het moeilijkste vond ik om er een label op te plakken, maar op dit moment past ‘jongen’ het best bij mijn identiteit.

In september heb ik aan mijn ouders verteld dat ik een jongen ben. Hun reactie was niet zo goed. Daarna vertelde ik het aan mijn vrienden; ik was te bang om het ze persoonlijk te vertellen, dus deelde ik het via een instagramstory die alleen goede vrienden konden zien.

Ik heb geen zin om het tegen iedereen op school te zeggen, omdat ik de enige openlijke queer ben in mijn jaar. Een paar leerkrachten weten het wel. De een is wat onverschillig, de ander wil me betrekken bij schoolprojecten over genderkwesties.

Advertentie

Ik vind het moeilijk om meer thuis te zitten in deze periode. Ik heb gelukkig niet te veel last van sociale dysforie en verdraag het wel dat ze thuis niet altijd mijn juiste naam en voornaamwoorden gebruiken. Ik merk wel dat mijn mama niet altijd de confrontatie met mijn genderidentiteit aankan. Ze maken er thuis iets heel groots en speciaals van, wat de situatie juist minder prettig maakt. Ik wil dat het als iets normaal wordt gezien, dus vermijd ik het onderwerp liever.

“Mijn ouders maken er thuis iets heel groots en speciaals van, wat de situatie juist minder prettig maakt. Ik wil dat het als iets normaal wordt gezien.”

Mijn papa is katholiek, en dat merk je vaak aan wat hij van bepaalde onderwerpen vindt. Hij is bijvoorbeeld tegen abortus. Maar wat trans zijn betreft lijkt het mee te vallen. Hij had er wel problemen mee toen mijn sibling en ik uit de kast kwamen, had hij daar wel echt een probleem mee: hij zei een keer dat mijn sibling in de hel zou branden. Inmiddels is hij erg veranderd. Vreemd vindt hij het nog wel, maar hij doet zijn best.

Ik sta op de lijst van het genderteam van het UZ Gent. Doordat de wachttijd zo lang is, is de makkelijkste manier om hormoontherapie te starten eigenlijk wachten tot ik achttien ben, en dan naar andere ziekenhuizen kijken. Mijn mama weigert om nu al bij andere ziekenhuizen te kijken wat de mogelijkheden zijn. Ik heb lang moeten aandringen om me überhaupt op de lijst in Gent te zetten. Dat het voor mij niet snel genoeg gaat snapt ze niet. Ik denk dat ze hoopt dat het allemaal wel zal overwaaien.

Advertentie

Ik heb mijn mama om een binder gevraagd, maar ze veranderde telkens van onderwerp en wilde dat ik daar nog even mee zou wachten. Uiteindelijk heb ik twee binders van mijn trans sibling gekregen om de periode tot mijn bovenlijfoperatie te overbruggen.

Voor mij helpt het om naar webseries te kijken met trans personages, waarvan de acteurs zelf ook trans zijn. Het is toegankelijk, want je kan het gewoon thuis op de computer kijken. Op politiek vlak vind ik dat de overheid meer moet inzetten op preventie en niet enkel op het straffen van haatmisdrijven. Dan is het te laat, dan is het al gebeurd.”

Coe (16 jaar, die/hun)

“Als kind wilde ik af en toe een jongen zijn. Maar er waren ook periodes waarin ik me meer een meisje voelde, of juist non-binair. Nu weet ik dat ik genderfluïde ben.

Eerst ben ik uit de kast gekomen bij een vriend die ook trans is. Ik merkte dat ik meer nadacht over mijn gender als ik met hem praatte. Toen ik minder met hem sprak, merkte ik dat ik mijn genderissues meer van mij afduwde. Online heb ik ook veel met mensen gesproken.

Toen ik mijn haar wilde knippen heb ik het ook aan mijn mama verteld. Ze was wel begripvol, en gebruikt ook de juiste termen om naar mij te verwijzen. Ik heb het geluk dat er aan haar kant van de familie ook meer queers zitten, zoals een trans tante en nicht. Mijn stiefvader vindt het wat lastiger. Wanneer ik bijvoorbeeld om boxershorts vraag, brengt hij me bij de meisjesboxers. Bij mijn stiefmoeder ben ik een tijdje terug officieel uit de kast gekomen als non-binair. Binnenkort wil ik graag nog verduidelijken dat ik eigenlijk genderfluïde ben. Met mijn papa heb ik geen goede band, dus bij hem wil ik ook niet uit de kast komen.

Advertentie

Op school zijn een paar klasgenoten op de hoogte. Ik word ook door vrienden geholpen om een naam te bedenken die juist voelt bij mijn identiteit. Als voornaamwoorden heb ik een voorkeur voor die/hun. Hij/hem mag ook eventueel, maar zij/haar liever niet, omdat ik bij mijn geboorte het vrouwelijke geslacht toegewezen kreeg – en daar wil ik juist onderscheid in maken.

“Ik heb soms top-dysforie, maar over mijn onderlichaam wil ik nog niet nadenken, omdat ik merk dat dat voor mij nog te heftig is.”

Trans mensen worden al beter vertegenwoordigd in de media, maar het kan zeker nog beter. Er moet meer genormaliseerd worden. Ik zit vaak op TikTok en daar begint ook wat meer trans content te verschijnen. Het is fijn om te zien dat mensen publiekelijk voor hun trans-zijn uitkomen en erover praten met anderen. 

Ik vind dat de seksuele opvoeding ook meer over trans en queer in het algemeen moet gaan. Dan had ik misschien veel sneller geweten dat ik zelf trans ben. Dat kan ook gaan over wat je kunt doen als je eigen partner trans is.

Het is belangrijk dat de boodschap wordt uitgedragen dat het normaal en oké is om trans te zijn. Net zoals de boodschap dat labels ook niet nodig zijn, en dat als je je een label aan laat meten, je die later ook gewoon nog mag veranderen.”

Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.