FYI.

This story is over 5 years old.

Eten

Het Zeeprikgenootschap kwam bijeen om het meest lugubere dier ooit te eten

Onlangs kwam in Amsterdam het Zeeprikgenootschap bij elkaar voor een diner. Op het menu stonden vier zeeprikgerechten, en als toetje een parfait van kwal. Ik werd lid van het genootschap en at mee.
Lamprede. Immagine di Henri Roquas

De monsters op de foto hieronder zijn zeeprikken. De zeeprik, ook wel zeelamprei, ziet eruit als een soort paling uit de hel en leeft in rivieren en in zee, waaronder in Nederland. Hij kan ruim een meter lang worden en heeft een ronde mond vol tanden, waarmee hij zich als een bloedzuiger vastzuigt aan zalmen, kabeljauwen, walvissen en dolfijnen, om hun bloed te drinken. Vaak maakt dit zijn 'gastheer' zo zwak dat deze sterft. Het zeeprikmannetje is geen romanticus. Om zich voort te planten zuigt hij zich met zijn gruwelmond vast aan een voorbij zwemmend vrouwtje, waarna hij zich om haar heen slingert en de eitjes uit haar lijf perst. Daarna komt hij klaar over de eitjes, waarna beide ouders sterven.

Advertentie
Sea Lamprey

De zeeprik. Foto door Henri Roquas.

Er bestaan weinig dieren die zo huiveringwekkend zijn als de zeeprik. Toch zijn er mensen die dit dier zo erg bewonderen dat ze af en toe bijeen komen om de zeeprik gezamenlijk te eren. En te eten. Het wordt zelfs nog raarder: deze mensen behoren tot een officieel genootschap rondom dit wezen – het Zeeprikgenootschap.

Ik ontdekte het Zeeprikgenootschap per ongeluk, toen ik op zoek was naar meer informatie over dit beest uit mijn nachtmerries. Het is twee jaar geleden opgericht door kunstenaar en voedselarcheoloog Henri Roquas. Henri is al bijna zijn hele leven om meerdere redenen gefascineerd door de zeeprik. Als kunstenaar vindt hij een zeeprik die aan een grotere vis zit vastgezogen "een prachtig beeld". Maar ook als voedselarcheoloog vindt hij het belangrijk dat de zeeprik niet uit de vergetelheid raakt. Zeeprik is in de geschiedenis veel gegeten, maar sinds de negentiende eeuw gebeurt dat in Nederland nauwelijks meer.

Henri Roquas

Henri Roquas voor een muur die speciaal voor het diner beschilderd is met zeeprikken met doodshoofden als mond. Foto door de auteur.

Op een zondag in april organiseerde Henri voor het gehele Zeeprikgenootschap, waar ongeveer veertig mensen lid van zijn, een zeeprikdiner. Er zou sinds honderd jaar weer zeeprik bereid worden in Nederland. De zeeprikken waren afkomstig uit Frans Aquitaine, het enige gebied in Europa waar de zeeprik in grote getale voorkomt. Dat komt omdat 25 jaar geleden chefs, prikkenvissers en natuurbeschermers gezamenlijk zijn begonnen de rivieren in dat gebied weer zeeprikvriendelijk te maken. Op het menu stonden vier zeeprikgerechten, en als toetje een parfait van kwal. Ik werd lid van het genootschap en at mee.

Advertentie

Het diner, ofwel 'immortellenmaal', vond plaats in Amsterdam, in werk- en projectruimte de PUNT/TAAK. Kunstenaars hadden kunstwerken van zeeprikken op de muren geschilderd en er werd een lezing gegeven over de zeeprik in Nederland. Daarna was het tijd om het beest op te eten. Alle gerechten waren klaargemaakt door Henri en een andere kok.

Diner location Sea Lamprey

Het voorgerecht: Salade van zeelamprei en knolselderij, met een espuma van aardappel. Gegarneerd met molsla en algenpoeder. Tweede voorgerecht: Boudin noir in een bouillon van zeelamprei, met zeesla, krokante boekweit en gelei van heermoes.

Zeeprik smaakt niet naar vis en ook de textuur lijkt eerder op de gestoofde sukadelappen in mijn vaders hachee. Dat was ook de reden dat mensen het vroeger graag aten. Vlees was duur en mocht bovendien tijdens bepaalde vastenperiodes niet gegeten worden, maar zeeprik leek er verdomd veel op. Naast het gewone volk waren ook koningen en andere mensen van de elite er dol op. Tyrion Lannister eet in Games of Thrones in seizoen twee een bord lamprey pie, en de Engelse koning Henry de Eerste zou zelfs zijn gestorven omdat hij zich te vol had gegeten met zeeprik. De amuse, een rillette van zeelamprei met rauw gemarineerde rabarber, was echt lekker.

Het voorgerecht smaakte ook echt heerlijk, maar leek een beetje op de amuse. Toen de kok aan het genootschap uitlegde wat het gerecht precies inhoudt nam hij de woorden "een soort huzarensalade" in de mond. Ik vond het leukste aan dit alles dat iedereen er zo volkomen normaal over deed. Aan mijn tafel vertelde een vrouw dat ze zelf haar eten uit de natuur haalt, dat ze geregeld een kraai eet en dat zwaan echt heerlijk is. De komende tijd gaat ze voor reebok.

Advertentie

Het idee klonk vreemd, maar langzaam begon ik te beseffen dat omgekeerde eigenlijk veel raarder is. De enige dieren die ik normaal eet zijn kip, rund en varken, allemaal doorgefokt tot smaakloos vlees. Henri vertelde me dat het voedsel dat we eten veel zegt over de manier waarop we onze wereld hebben ingedeeld. Ik had dat nog nooit zo beseft.

Ik vond het nu een beetje griezelig worden, maar de bloedworst was samen met de zeeprikkenbouillon ongelooflijk lekker. Ik vroeg Henri waar zijn fascinatie voor de zeeprik vandaan komt. Hij vertelde dat hij toen hij zeven was een keer op een haar na verdronken was, maar net op tijd gered werd. In hetzelfde water zag hij die dag voor het eerst een zeeprik zwemmen.

Het bijzondere aan de zeeprik is dat het een 'levend fossiel' is, of zoals Henri het noemt een 'immortelle'. Waar bijna alle dieren zijn geëvolueerd, zich hebben aangepast, of zijn uitgestorven, is dit beest in 550 miljoen jaar hetzelfde gebleven. Het is zelfs nooit een echte vis geworden. Zolang er mensen op aarde zijn wordt dit beest door mensen gegeten en zelfs tientallen miljoenen jaren daarvoor moet het dier al dezelfde smaak hebben gehad.

Eating Sea Lamprey

Het hoofdgerecht: zeelamprei à la bordelaise. Het dessert: parfait van mierikswortel en kwal, crème 'met de geur van heiligheid' en gingko-madeleines

De zeeprik gaat in tegen ons idee dat alles eindig is, en dat alles verandert. Henri heeft een gedicht geschreven dat begint met: 'De Big Bang waarmee het universum ontstond en het Punt Omega waarop het universum eindigt proeven we in de geuren en smaken van levende fossielen.' Het idee dat de geur en de smaak die ik ervoer exact hetzelfde waren als wat de allereerste mensen op aarde moeten hebben geroken en geproefd als ze zeeprik aten, werkte op de een of andere manier enorm op mijn gemoedstoestand.

Advertentie

De kroon op het diner was het Franse zeeprikkenstreekgerecht, waarbij de zeeprik twee dagen vier uur lang was gestoofd in zijn eigen bloed, samen met wat rode wijn. Het was echt ongelooflijk lekker, maar smaakte wederom niet naar vis of naar vlees, en nu ik het probeer blijkt het onmogelijk om een smaak uit te leggen met taal. Toen ik mensen om me heen vroeg om het toch te proberen vielen er woorden als 'oer' en 'gronderig'. Dat kwam vooral door het bloed. Over de smaak van dit bloed is een tamelijk vet verhaal te vertellen.

De rivierprik (de iets kleinere broer van de zeeprik, net als de beekprik en de slijmprik) werd vroeger veel gebruikt als aas, om op zee mee te vissen. De prikken werden levend meegenomen, en om ervoor te zorgen dat ze zich niet met hun mond vastzogen aan de emmer, was er altijd een jongetje mee om continu in de emmer te roeren. Zo'n jongetje werd een 'prikkenbijter' genoemd en was vaak een weeskind. Wanneer het aas aan de haak bevestigd moest worden moest de prikkenbijter een prik uit de emmer pakken en met zijn tanden zijn kop eraf bijten. Omdat het rauwe bloed van de zeeprik erg bitter smaakt, kreeg de prikkenbijter om de zoveel onthoofde prikken een toffee, om de vieze smaak te verzachten.

Er is in de zeeprikkenscene overigens nog een vrij hevige discussie geweest of dit wel een toffee is geweest en niet een ander snoepje, omdat toffees nog niet zo lang bestaan als dat er prikkenbijters mee voeren.

De parfait smaakte naar sinaasappel en karamel en was heerlijk. Ook zaten er flapjes kwal doorheen. De kwal is net als de zeeprik een levend fossiel, waar ongetwijfeld eveneens duizelingwekkende symboliek over vergankelijkheid en de oneindigheid van tijd op geprojecteerd kan worden, maar bij elke hap op een blubbertje kwal kauwen was me dan uiteindelijk toch een brug te ver. Ik keek om me heen en zag iedereen rustig z'n toetje opeten en stoïcijns met elkaar kletsen. Ik wilde mijn handen als een toeter om mijn mond doen en roepen: "HALLO MENSEN, WE ZIJN OP DIT MOMENT MET Z'N ALLEN KWAL AAN HET ETEN HE?" Ik deed het maar niet.

Het was een uitstekend menu en mijn buik zat vol zeeprik. Buiten wapperde een grote blauwe vlag met daarop een zeeprik geborduurd en bij de ingang stond een lijstje met daarin een foto van een zeeprikgenootschap in Frankrijk, waar de leden zelfs speciale pakken droegen. Er bestaat blijkbaar een wereld waar ik nog nooit van gehoord had. Een wereld waar ik me extreem over verbaasde, maar die eigenlijk misschien wel minder raar is dan de wereld die ik gewend ben. Want hoewel je in principe ieder dier kunt eten, eet ik bijna altijd de saaie dingen die de supermarkt me voorschotelt. En dat is misschien nog wel gekker dan het eten van een kaakloos monster dat zich de afgelopen 550 miljoen jaar nergens aan heeft aangepast, extreem lelijk is en seks heeft op de meest afschuwelijke manier die je kunt bedenken. Het is in ieder geval óók gek.