Waarom de Amsterdamse foodtruckpilot tot nu toe nog geen succes is

De foodtruckpilot is inmiddels van start: twee jaar lang bieden 50 foodtrucks op 24 verschillende plekken in de stad iets anders aan dan saaie hotdogs, slappe patat en gore hamburgers. Maar de geselecteerde locaties – waaronder metrostation Henk Sneevlietweg, het Burgerweeshuispad of Rhijnspoorplein-West – zijn misschien niet de eerste plekken die je zou opzoeken als je zin hebt in een lekkere smoothie of een broodje pulled pork.

Op MUNCHIES verscheen voorafgaand aan de start van het project al een opiniestuk waarin duidelijk werd dat betrokkenen niet per se positief tegenover de pilot stonden, met name door de soms afgezonderde locaties.

Ik was benieuwd hoe het er nu, na zo'n twee maanden, voor staat en of de locaties echt zo slecht zijn gekozen. Ik ging een middag op pad bij drie foodtruckpilot-plekken – winkelcentrum Gein, Sciencepark en Spaklerweg – en dit is wat ik aantrof.

Bij winkelcentrum Gein was Louisiana Canteen de grote afwezige, maar toen ik eigenaresse Mieke Jaring sprak, vertelde ze me dat ze autopech had en helaas niet op locatie kon komen. En die andere plekken dan? Via Mieke kwam ik in contact met Leon Blijd van Foodsaam, die me vertelde dat nog niet alle foodtrucks meedoen omdat ze nog niet alles op orde hebben. Alleen wordt dit nergens duidelijk gecommuniceerd.

Leon had wel verwacht dat het in het begin minder soepel zou gaan: "De zomerperiode is een lastige tijd om te starten. Veel mensen zijn op vakantie, waardoor een aantal locaties – zoals hogescholen en universiteiten of sommige bedrijvenparken – minder goed werken." Mieke kijkt ook niet echt positief terug op de eerste paar weken: "Het verplaatsen is een crime [de trucks moeten per dagdeel wisselen van locatie] en op dit moment zijn er nog te veel plekken die op bepaalde tijden niet werken. Er is bijvoorbeeld niet goed nagedacht over het feit dat er op zondagavond echt niemand op de Zuidas komt."

Naar aanleiding van de eerste evaluatie zijn om deze reden negen locaties geschrapt – waaronder de Nellenstein, Businesspark Amsterdam Osdorp en Kraaiennest – en is er een nieuwe indeling gemaakt.

Voor Mieke is het Vondelpark een van de beste plekken, maar Leon staat veel liever bij Riekerhaven Businesspark. "Het is voor iedereen anders omdat je niet dezelfde producten verkoopt. Ik sta bijvoorbeeld weinig in Zuidoost omdat mijn doelgroep daar niet rondloopt, maar voor een andere foodtruck werkt het daar wel weer fantastisch."

Als ik vraag wat er zou moeten gebeuren om van de pilot wel een succes te maken, zegt Mieke heel stellig dat er gegroepeerd moet worden. "Als je meerdere foodtrucks bij elkaar zet die elkaar complementeren, val je veel meer op. Daarnaast is het ook best vervelend om op meerdere locaties per dag te staan, omdat je veel tijd verliest met de op- en afbouw." Ook Leon is van mening dat je bij elkaar moet staan om een grotere aantrekkingskracht te genereren, en ook denkt hij dat het een goed idee is om de avondshift te schrappen: "Want dat is geen vetpot.."

In de VS, in Austin of Portland bijvoorbeeld, zie je steeds vaker verlaten terreinen volstromen met foodtrucks, waardoor een soort foodtruckpark ontstaat. Compleet met zitplaatsen, muziek en toiletten.

Mieke en Leon zijn ondanks de beginstrubbelingen ook blij dat ze deel uit maken van het experiment. Ze krijgen veel goeie reacties van klanten, vertelt Leon: "Voorheen was de enige optie voor de lunch de bedrijfskantine of een kiosk die kebab verkocht, nu kunnen mensen bij mij wat gezonds halen."

De ondernemers zijn van mening dat de pilot een goede kans van slagen heeft omdat de gemeente bereidwillig is om gehoor te geven aan hun feedback. "Voor de gemeente is dit ook allemaal nieuw. Op papier kan een locatie er heel leuk uitzien, maar in de praktijk kan het anders uitpakken," zegt Leon. "Een pilot is er om dingen tijdens het proces te veranderen, en dat gebeurt gelukkig ook." Mieke voegt hieraan toe: "Het is te veel van achter een bureau bedacht en de foodtrucks zijn in het proces te weinig betrokken, dat is jammer. Nu mogen we veel feedback geven, en onze bevindingen worden serieus genomen."

Namens Gemeente Amsterdam spreek ik met Arthur van den Noort, die me vertelt dat de stadsdelen locaties hebben aangewezen waarvan ze dachten dat ze geschikt waren, "maar uiteindelijk bleken ze in de praktijk niet te werken." Volgens Van den Noort was het ook vrij lastig starten, omdat de gemeente er niet van op de hoogte was dat een aantal foodtrucks nog niet gereed was, waardoor er gaten in het rooster vielen. Om de pilot succesvol te laten verlopen vraagt de gemeente via enquêtes en bijeenkomsten de meningen van de ondernemers, waarin ze bijvoorbeeld vragen stellen over de locaties en het rooster. "Er wordt momenteel ook hard gewerkt aan een app waarmee men kan zien wie waar en wanneer staat. We hopen met de overgang naar het winterrooster (begin november) een evaluatie klaar te hebben liggen en de pilot een goede boost te kunnen geven."

Een app die Nederlandse foodtrucks en hun locaties verzamelt, heeft de website Reizende Sterren trouwens al. Binnenkort wordt aan die app een speciale kaart toegevoegd waarop de Amsterdamse keukens te volgen zijn. Handig als je niet meer van een koude kermis thuis wil komen.