Provo, riek vab
Links: de politie op jacht naar provo's, foto door Hans Steinmeier via wikimedia commons. Rechts: Roel van Duijn in 1970 tijdens een
protest

Provo-oprichter Roel van Duijn vindt de anti-coronaprotesten "liefdeloos"

In de jaren zestig pionierde de Amsterdamse actiegroep Provo ludiek protest en het provoceren van de politie. We spraken hem over waarom de ene rel de andere niet is.
Tim Fraanje
Amsterdam, NL

Afgelopen weekend (en het weekend daarvoor) werd een groep mensen die actie voerden tegen de coronamaatregelen met waterkanonnen van het Museumplein gespoten. De demonstranten hadden het over liefde, liepen rond met hartjesballonnen en zeiden dat ze alleen maar wilden “koffiedrinken”, waardoor het politieoptreden op wie niet wist wat er aan de hand was nogal bruut overkwam. Deze week speelden de demonstranten dan ook uitgebreid de vermoorde onschuld op de socials, en hoewel sommigen een gebiedsverbod kregen, zal het niet de laatste keer zijn dat ze demonstreren.

Advertentie

Over het algemeen is het makkelijk om sympathie te hebben met actievoerders die worden neergeknuppeld, maar in dit geval lukt het me niet zo goed, en veel andere mensen in Nederland ook niet. Om erachter te komen hoe dat komt, en of Nederland in de toekomst ooit wel massaal achter de ‘wappies’ zal staan, belde ik met Roel van Duijn van Provo, de inmiddels alom geliefde actiegroep uit de jaren zestig. 

De vergelijking tussen Provo en de anti-coronademonstranten is snel gemaakt, zo blijkt bijvoorbeeld uit deze relativerende column van Auke Kok in NRC. “Veel lijken we [sinds de provo’s] niet te zijn opgeschoten in die anarcho-liberale stad van ons.” schreef hij naar aanleiding van de protesten. Inderdaad, ook Provo zag het provoceren van de politie met ludiek protest als een middel om mensen op te stoken tegen de autoriteiten. “Het spreekt vanzelf dat de politie onze beste kameraad is. De politieman is de meest impopulaire vertegenwoordiger van het Staatsgezag. Hoe meer er zijn, hoe brutaler en fascistieser hij optreedt, hoe beter het ons is. De politie provoceert, net als wij, de massa,” schreef Van Duijn in zijn boek Provo

Van Duijn voelt “afschuw” bij de beelden van het Museumplein, zegt hij aan de telefoon, maar niet omdat hij het zielig vindt voor de demonstranten dat ze nat zijn geworden. “Ik vind die protesten vreselijk en negatief. We moeten alle zeilen bijzetten om de pandemie tegen te gaan. Dit is een oproep om dat niet te doen, om te denken dat het allemaal gekkigheid is.” Het enige wat hem aan de jaren zestig  doet denken, is dat het een “omgekeerde wereld” is. “Wij werden ook in busjes afgevoerd naar buiten de stad, wat nu ook gebeurt. Dat heette de methode Kaasjager, die was toen politiecommissaris en hij heeft dit in 1966 uitgevonden. Maar onze doelen waren veel positiever dan de opheffing van pandemie-beperkende maatregelen. Wij demonstreerden tegen de oorlog in Vietnam of tegen kernbommen.”

Advertentie
Foto 31-03-21 om 11.18.jpg

Van Duijn, ooit de nachtmerrie van elke agent en brave burgerman, neemt het nu op voor de waterspuitende dienders. “Ik denk dat ze moeilijk anders kunnen. Politiemensen zijn ook maar mensen, die fouten maken. Ik hoop dat ze het zo vriendelijk mogelijk doen, maar niet iedereen is even begaafd in een vriendelijke aanpak. Bovendien wordt de politie getreiterd, dan kun je zo’n reactie verwachten.” 

Hij benadrukt dat Provo altijd alleen op een grappige manier actie voerde. “We gingen bijvoorbeeld op momenten dat demonstreren verboden was rondlopen met spandoeken waarop helemaal niets stond. We deelden op straat krenten uit. Voor die tijd was dat provocerend, maar volstrekt onschadelijk en niet gewelddadig. Deze protesten hebben het element van verborgen geweld in zich, omdat mensen er ziek van worden als corona niet effectief wordt bestreden. Er worden dingen geroepen over liefde, maar ik vind dit helemaal niet liefdevol. Ik vind het liefdeloos.” 

Hoewel Provo liefde nastreefde, deden ze niet hun best om lief over te komen. “Als de goede god deze maatschappij schiep, doen wij er goed aan ons met de duivel te alliëren”, schreef Van Duijn bijvoorbeeld. Hij moet hard lachen als ik hem met het citaat confronteer. “Een provocatie, natuurlijk! Wij waren vol liefde, we waren ook voor vrije liefde. Maar we waren niet voor zorgeloosheid en illusies. We zeiden: we weten wel dat we de verliezer zullen zijn, maar we willen ons nog hartgrondig verzetten zolang het nog kan. De protesten op het Museumplein nu zijn helemaal doordrongen van illusies, namelijk de illusie dat de pandemie niets voorstelt. En dat het allemaal bedrog is van de autoriteiten. Maar het is geen bedrog, het is gewoon de harde werkelijkheid. Het is echt niet zo dat Rutte die cijfers samenstelt. Dat doen de mensen van het RIVM, en dat zijn serieuze wetenschappers. Deze demonstranten vertrouwen niet meer op de rede.” 

Advertentie

Van Duijn beschouwt de opkomst van complottheorieën als een succes voor de dictators van deze wereld, al roepen de anti-corona-demonstranten nog zo hard dat we in een dictatuur leven. “Landen als China en Rusland verspreiden nepnieuws zodat de pandemie in democratische landen zo lang mogelijk duurt, en zoveel mogelijk schade aanricht.” 

Het is volgens Van Duijn bovendien veelzeggend dat de huidige demonstranten zo’n innige band hebben met extreemrechtse partijen als Forum voor Democratie. Dat was in de Provo-tijd wel anders. Van Duijn is zelfs nog een keer ontvoerd door rechts-radicaal Joop Baank. “Radicaal rechts is voor nationalisme en militarisme, daar waren wij juist erg fel tegen. En we waren ook tegen racisme.” 

Toch bleken ook mensen uit zijn kringen niet immuun voor de spirituele en anti-autoritaire retoriek van complottheorieën. “Ik heb heel onaangename confrontaties met mensen met wie ik bevriend ben geweest. Geen provo’s, maar wel mensen die ik vertrouwde. Ze vertellen plotseling de gekste theorieën, alsof ze drugs geslikt hebben. Dat mondmaskers eigenlijk jodensterren zijn, die ons worden ons opgedrongen om ons af te slachten, bijvoorbeeld. Dat vind ik een walgelijke gedachte van die mensen. En er is een theorie dat er in Davos geheimzinnige mensen zitten die een wereldregering willen en een pandemie hebben verspreid om de mensen te onderdrukken.” Hij benadrukt dat je best kritisch mag zijn op het World Economic Forum in Davos. “Maar op een opbouwende manier, en gebaseerd op feiten.” 

Provo wist verandering teweeg te brengen, en heeft daarmee deze protesten ongewild mogelijk gemaakt. “We hebben toch een golf van verzet en creativiteit over de wereld gestuurd, waardoor ruimere democratie is ontstaan, waardoor mensen meer zichzelf kunnen zijn, en zichzelf ook makkelijker kunnen uiten. Maar daar moet geen misbruik van gemaakt worden door de mensen die nu corona ontkennen. Dat doet me pijn.” 

Hijzelf ziet het ontmaskeren van complottheorieën als een goede manier om te protesteren tegen de coronaprotesten. “Ik schrijf er stukjes over, dat kan ik iedereen aanraden. Op internet. Facebook, Instagram, enzovoorts.” Ook is hij blij dat groepen als Extinction Rebellion óók het ludieke protest omarmen. “Jongerengroepen die actief zijn op het gebied van milieu, klimaat en antiracisme werken voort in de geest van Provo. Ik ben ook heel blij dat die veel meer in actie zijn gekomen de laatste jaren. Er is ook een tijd geweest dat je niets hoorde van de jeugd. Maar die is ook weer voorbij, gelukkig. Veel mensen waren verslaafde consumenten geworden. Dat onderdrukt het verzet tegen de autoritaire en misleidende tendensen die er in de wereld zijn.”