Waarom je na een paar drankjes beter wordt in beerpong

FYI.

This story is over 5 years old.

Eten

Waarom je na een paar drankjes beter wordt in beerpong

Een beetje alcohol heeft een verrassend goed effect op je spieren en coördinatie.

De kans is reëel dat je net als ik ergens in je tiener- of twintigerjaren in iemands woonkamer balletjes in bekers vol goedkoop supermarktbier staat te mikken. Of dat je met je vrienden een ander spelletje verzint waarmee je op semi-sportieve manier leplazarus kunt worden. Bijvoorbeeld de drankspelversie van Stef Stuntpiloot, een wedstrijdje tafeltennis waarbij je bij elk gemist punt een shotje achterover moet klappen, of een goed oud potje bierbowlen.

Advertentie

In mijn persoonlijke geschiedenis van dronken worden met zulke spelletjes is me iets merkwaardigs opgevallen: hoe meer ik drink, hoe beter ik word. Tenminste, tot ik mijn kantelpunt van tipsy naar dronken bereik en alles weer compleet opfuck.

Dit is een fenomeen waar veel van mijn vrienden en vriendinnen zichzelf in herkennen. Ze verklaren het op een heel simpele manier. "Van alcohol word je minder gestresst, waardoor je automatisch beter speelt," klinkt het in mijn vriendenkring.

Ik nam vrede met die uitleg, totdat ik een artikel voor ogen kreeg waarin neurowetenschapper George Koob, directeur van het Nationale Instituut voor Alcoholmisbruik en Alcoholisme in Amerika, het duidelijker uitlegt. Alcohol is een spierverslappend middel en als we hem mogen geloven vermindert het daardoor de kans op de meest minuscule bibberingen, waardoor bepaalde bewegingen - zoals een pijl gooien bij het darten of een bal in een gat mikken - veel soepeler verlopen.

Met andere woorden: een paar druppels alcohol in je bloed kunnen ervoor zorgen dat je hand en je brein stoppen met het overdenken van dingen, zoals 'Motherfuck, met welke handtechniek mik ik die verdomde dartpijl in een perfecte, parabolische lijn richting dartbord?' Maar goed, dat komt zo ongeveer op hetzelfde neer als wat mijn vrienden en ik al vermoedden: alcohol legt je nervositeit het zwijgen op en daardoor speel je beter.

Maar volgens Koob is er meer aan de hand dan een gevalletje ultrarelaxte spieren. "Je krijgt meer zelfvertrouwen, wat heel belangrijk is als je een moeilijke bal probeert te landen of je een dartpijl in de bull's eye probeert te krijgen." Dat we beter gaan spelen met een glaasje op, zou komen door onze frontale hersenkwab, het voorste gedeelte van onze hersenen dat verantwoordelijk is voor het aansturen van onze bewegingen, het maken van beslissingen en onze abstracte gedachtengang. Volgens Koob is onze frontale kwab zeer gevoelig voor alcohol. Maar precies dat deel heeft een belangrijke uitvoerende functie, vertelt hij. Het is de reden dat we onze aandacht gemakkelijk kunnen verleggen van het ene naar het andere. Met een beetje drank in ons systeem zijn we minder snel afgeleid, wat ons helpt om ons beter te concentreren.

Advertentie

"Het ding met presteren is dat we heel veel dingen op automatische piloot doen. Als honkbalspelers teveel nadenken over hun houding vlak voordat ze een bal gaan raken bijvoorbeeld, bestaat de kans dat ze het plots slechter doen. Maar als je trouw blijft aan de beweging die je keer op keer hebt herhaald, doe je het prima. Door alcohol ga je minder overdenken," zegt Koob.

Het probleem hier is alleen dat niet elk lichaam op dezelfde manier op alcohol reageert. Dat weten jij, ik en die ene guy in je groep die na drie tequila op iemands rug naar huis gedragen moet worden maar al te goed. "Iedereen is anders. Een kleine lichtgewicht van een vrouw zal anders reageren op enkele glazen alcohol dan een gespierde man die twee keer zoveel weegt. Onthou dat," zegt Koob. Er is ook nog geen klinisch onderzoek gedaan dat vaststelt in hoeverre alcohol ervoor zorgt dat mensen met andere bouw, geestestoestand of tolerantie beter gaan spelen, voegt hij nog toe.

Hoeveel je precies moet drinken om op je best te zijn tijdens een spelletje beerpong blijft dus onduidelijk. Wat even onduidelijk blijft, is hoe je ervoor zorgt dat je goed blijft spelen eens je lekker aan het gaan bent. Herinner je je nog mijn grafiek van hierboven? Volgens Koob is er een 'sweet spot' die je kan bereiken, en eens je je op dat piekpunt begeeft, is alcohol niet langer een hulpmiddel. Het is aan te raden dan te stoppen met drinken, anders gaat je coördinatie en bijgevolg je spel er net op achteruit.

Om er zeker van te zijn dat het beter worden in spelletjes door alcohol een fysiologisch en niet louter een psychologisch verschijnsel is, stelt Koob een experiment voor. Volgens hem moeten we een groepje goede dartspelers bij elkaar zetten en de helft van hen een alcoholisch en de andere helft een non-alcoholisch biertje geven. Vervolgens kijk je hoe ze daarna spelen. Volgens Koob is er wel een valkuil aan dat experiment verbonden: door non-alcoholische drank kunnen mensen ook dronken worden, simpelweg omdat ze denken dat ze dronken worden.

Al met al kunnen we van een ding zeker zijn: er valt geen peil op te trekken of je het door alcohol - laat staan dat we weten door hoeveel alcohol - beter gaat doen bij beerpong of andere dronkemansspelen. Dus als je je vrienden echt wil verslaan, blijft de slimmere keuze om gewoon je skills te oefenen.