FYI.

This story is over 5 years old.

Eten

In Colorado worden gevangenen opgeleid tot geitenhoeders

In een gevangenis in Colorado klussen tweeduizend gevangen bij als boer. Ze melken geiten, verbouwen groenten, kweken vis en oogsten honing om lokale supermarkten van vers voedsel te voorzien.

Als ik mijn lokale supermarkt bezoek om een lekker stukje ambachtelijke, met liefde gemaakte geitenkaas te kopen, denk ik meestal niet na over de herkomst van de melk waar die kaas van is gemaakt. Ik bedenk me eerder hoe ik zo snel mogelijk thuiskom, om deze te dure beloning aan mezelf uit te pakken en op een verse baguette te smijten. Als ik wel nadenk over de herkomst van de kaas, dan stel ik me over het algemeen een groene weide voor, vol vrolijke, dartelende geitjes en moedergeiten met uiers vol melk. Melk die uiteindelijk in mijn aankoop terecht is gekomen. Het laatste waar ik aan denk, is een zwaarbeveiligd gevangeniscomplex, waar zo'n tweeduizend gevangenen geiten en koeien melken, groenten planten en oogsten, vis kweken en fileren, en honing produceren. Om dat vervolgens aan kleine en grote lokale winkeliers te verkopen.

Advertentie

Maar als ik in de Rocky Mountains zou wonen, had ik misschien wel gedacht aan de Colorado Correctional Industries (CCI), een zichzelf financierende staatsinrichting waar de gevangenen al sinds 1974 in de landbouw werken. Vandaag de dag staat het voedselprogramma van CCI garant voor zo'n 58 miljoen euro en leveren ze onder andere producten aan een aantal winkels in de omgeving van Denver, waaronder een paar lokale filialen van Whole Foods, die hun gekweekte tilapia verkopen, en aan Haystack Mountain Goat Dairy, een kleine kaasproducent die begin 2000 een groep geiten bij CCI onderbracht toen de productie hun eigen boerderij was ontgroeid.

"Hoe komen we aan meer melk?" vroegen de medewerkers zich af, zo vertelt John Scaggs, sales en marketing directeur bij Haystack. Volgens Scaggs, die toen nog niet bij het bedrijf betrokken was, vertelden andere kleine zuivelproducten in de omgeving aan Haystack over CCI, waar sinds begin 1900 al koeienmelk werd geproduceerd. "We hebben ze toen gewoon gebeld en gezegd: 'Wij hebben geitenmelk nodig, jullie hebben ervaring met melkproductie. Wat zeggen jullie ervan?' En zo is de samenwerking begonnen."

Nadat ze geld in de nieuwe geitenmelkproductie bij CCI hadden geïnvesteerd, stuurde Haystack zijn kudde-manager naar Cañon City om een local aan te nemen die in de gevangenis zelf aan de slag zou kunnen gaan en tegelijkertijd de gevangenen zou kunnen inwerken. Vandaag de dag bestaat de kudde van Haystack uit 1500 geiten en werken zo'n 30 tot 50 gevangenen dagelijks in drie shifts aan de geitenmelkproductie. Ze melken de beesten niet alleen, maar voeden ze ook, trimmen hun poten, geven de fles aan baby-geitjes en ja, ze mesten ook hun stallen uit. Ranzig, dat zeker, maar volgens Scaggs zijn de landbouwbaantjes binnen CCI de meest gewilde.

Advertentie

"Even voor de duidelijkheid: dit is een volstrekt vrijwillig programma," zegt hij. "Er is dus geen sprake van 'misbruik van arbeiders'. Alle gevangenen moeten werken, of dat nu in de bibliotheek is, in de cafetaria, or waar dan ook. Ze moeten allemaal iets doen om bezig te blijven. En toevallig staan voor de landbouwprogramma's meer dan 1000 gevangenen op de wachtlijst."

Skyline-Dairy_edit

Geiten van Haystack's geitenmelkproductie in de gevangenis van Cañon City.

Deze programma's, waar ook werken in een broeikas en op een wijngaard voor lokale wijnhuizen onder vallen, zijn niet alleen de best betaalde baantjes in de gevangenis, volgens Scaggs komen gevangenen die hier werken ook in aanmerking voor een bonusprogramma waarmee ze punten kunnen krijgen voor goede prestaties die extra geld opleveren. Niet dat het om een goed salaris gaat – het minimale uurtarief is 59 eurocent per dag – maar de meeste werkers verdienen uiteindelijk toch zo'n 107 euro per maand, vertelde woordvoerder Adrienne Jacobson van de Department of Corrections me via de mail. Volgens Jacobson mogen de gevangenen hun geld sparen, gebruiken voor kantinemaaltijden, voor het volgen van lessen, of het doen van een opleiding.

Toch denkt Scaggs dat het gevangen van het CCI de landbouwbaantjes niet willen vanwege het geld. "Dit soort baantjes vinden over het algemeen ver van de inrichting plaats, in de frisse buitenlucht. Dat is aantrekkelijk." Daarnaast zijn de gevangenen in de geitenmelkproductie volgens Scaggs bijzonder betrokken bij hun taken. "Opgesloten zitten in een isolerende en ontregelende ervaring," legt hij uit. "Het contact met dieren vormt een belangrijk deel van hun rehabilitatieproces."

Scaggs wil graag het misverstand uit de wereld helpen dat voedselproducenten de goedkope arbeid van gevangen alleen maar gebruiken om geld uit te sparen. Deze bedrijven profiteren namelijk niet direct van de besparingen. "Wij kopen onze melk in tegen een vrije marktwaarde," legt hij uit. "Alle winst gaat terug naar CCI, waardoor ze meer werkprogramma's op kunnen zetten, gevangenen die op de wachtlijst staan ook aan het werk kunnen, de verblijfskosten omlaag gaan en de belastingbetalers van Colorado hier uiteindelijk ook van profiteren."